In onze multiculturele samenleving is het essentieel dat ons onderwijssysteem recht doet aan de diversiteit van alle kinderen. Toch gebeurt het nog te vaak dat kinderen met een andere culturele of taalachtergrond onterecht worden gediagnosticeerd met leer- of gedragsproblemen. Deze misdiagnoses leiden regelmatig tot onnodige verwijzingen naar het s peciaal onderwijs, met grote gevolgen voor het kind en zijn of haar toekomst.
De stille valkuil van onderschatting
Wanneer een leerling de taal (nog) niet volledig beheerst of thuis opgroeit in een andere culturele context, kunnen gedragingen of leerstrategieën worden geïnterpreteerd als afwijkend. Een kind dat stil is in de klas? Mogelijk verlegen of onzeker vanwege taalbarrières — maar dit kan onterecht gezien worden als sociaal-emotionele problematiek. Een leerling die zich moeilijk kan concentreren? Misschien worstelt hij simpelweg met de instructietaal, maar het wordt opgevat als ADHD. De kern van het probleem ligt in de *onderschatting*. Kinderen worden niet beoordeeld op hun potentieel, maar op hun aanpassing aan een systeem dat niet altijd op hen is afgestemd.
Een gebrekkige diagnose begint bij beperkte kennis
Leerkrachten en intern begeleiders spelen een cruciale rol in signalering. Maar zonder interculturele sensitiviteit of kennis van meertalige ontwikkeling, worden signalen vaak verkeerd geduid. Een toets in het Nederlands geeft bijvoorbeeld geen betrouwbaar beeld van de cognitieve capaciteiten van een kind dat thuis een andere taal spreekt. Daarnaast speelt het gebrek aan culturele context bij psychologen, orthopedagogen of andere diagnostici een rol. Niet elk gedrag past binnen het ‘westerse’ referentiekader. Zonder bewustzijn van die diversiteit wordt afwijking sneller gediagnosticeerd dan verschil geaccepteerd.
Het gevolg: een verkeerde route
De verwijzing naar speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen met specifieke zorgbehoeften, maar wordt helaas ook gebruikt als vangnet voor kinderen die ‘niet passen’ binnen het reguliere systeem. Dit is niet alleen onterecht, maar ook schadelijk. Het kan het zelfbeeld van het kind negatief beïnvloeden, het toekomstperspectief beperken, en leidt vaak tot segregatie in het onderwijs.
Wat moet er anders?
1. Interculturele scholing voor leerkrachten en zorgteams: Inzicht in culturele diversiteit en meertaligheid helpt bij betere interpretatie van gedrag en prestaties.
2. Meer tijd en ruimte voor taalontwikkeling: Laat meertalige kinderen eerst tot bloei komen in hun taalontwikkeling voor er conclusies worden getrokken over leerproblemen.
3. Gebruik van cultuursensitieve diagnostische instrumenten: Er zijn inmiddels alternatieve testmethodes beschikbaar die rekening houden met taal en cultuur.
4. Samenwerking met ouders: Betrek ouders actief bij signalering en besluitvorming. Zij kennen hun kind het beste en bieden waardevolle context, luister zonder oordeel.
5. Schakel hulp in van bureau’s met expertise rondom intercultureel en cultuursensitief werk, creëer bewustwording bij je teams.
Elk kind verdient het om gezien en begrepen te worden — niet ondanks, maar *dankzij* zijn of haar achtergrond. Door oog te hebben voor de rijke diversiteit in onze klaslokalen, kunnen we voorkomen dat kinderen ten onrechte worden buitengesloten van het reguliere onderwijs. Want wat vandaag een verkeerde diagnose is, kan morgen het verschil zijn tussen kansen grijpen of kansen missen.
Voor meer informatie, klik hier.